De mogelijkheden van de gemeente Den Haag bij het huisvesten van arbeidsmigranten uit de EU zijn ontoereikend om de positie van deze migranten echt te verbeteren en de stevige problemen aan te kunnen pakken. "De groep arbeidsmigranten die Den Haag moet huisvesten is te groot om dat fatsoenlijk te kunnen doen", zegt wethouder Martijn Balster van Wonen.

"Werkgevers en uitzenders moeten nu hun verantwoordelijkheid pakken. Arbeidsmigranten zijn aangewezen op veel te dure en vaak slecht onderhouden woningen in de particuliere woningvoorraad. De migranten moeten ergens heen en worden daarmee steeds vaker in de armen gedreven van malafide verhuurders, vaak in kwetsbare wijken in Den Haag. Anderen zijn door de hoge huurprijs genoodzaakt anderen in huis te nemen, met overbewoning en gevaarlijke situaties tot gevolg. We vinden nog steeds mensen in schuurtjes”, aldus Balster.

Tegelijkertijd constateert de wethouder ook dat de nieuwe aanpak om de positie van arbeidsmigranten uit de EU te verbeteren, haar vruchten afwerpt. "Niet alleen worden misstanden in huisvesting veel gerichter en steviger aangepakt, ook op het gebied van registratie, voorlichting, handhaving en kamerbewoning zijn grote stappen gezet."

Tweederangs woningmarkt

Balster: “Hoewel we goede stappen zetten, zijn verschillende ontwikkelingen in de stad zorgwekkend of ronduit gevaarlijk. Denk hierbij aan schuurtjes die voor bewoning voor gebruikt worden, de grote brand in de Wouwermanstraat of een woning in Laak waar 18 arbeidsmigranten werden aangetroffen in een illegale woonsituatie. Het is – daar moeten we eerlijk in zijn - dweilen met de kraan open.” Balster doet daarom opnieuw een beroep op het Rijk om om bij te springen. "Bijvoorbeeld in het stellen van eisen aan werkgevers en uitzenders voor adequate en voldoende woningen, bij voorkeur in de plaats waar de mensen werkzaam zijn. Ook pleit ik voor landelijke regulering van huurprijzen, om zo een redelijke huur af te kunnen dwingen en overbewoning beter aan te kunnen pakken. Den Haag rekent erop, dat het kabinet dit snel ter hand neemt. Deze tweederangs woningmarkt en arbeidsmarkt, mogen we niet accepteren in een land als Nederland.”